Cursus Biercertificaat 1

Het ontstaan van bier

Er zijn verschillende theorieën over hoe bier is ontstaan. De meest voor de hand liggende theorie is dat er graan in kruiken werd bewaard, wat door de regen nat en dus week werd. Hierdoor begon dit mengsel op een natuurlijke manier te vergisten. De mensen die dit voor het eerst proefden merkten dat het lekker was om te drinken. Bier is dus bij toeval ontdekt waarna men het proces en de smaak ging verbeteren. Men ging bierbrouwen!

Dat deden ze in die tijd door van gerst brood te bakken, dit brood te verkruimelen en vervolgens te mengen met water. Dit bier, ook wel Bappir genoemd, werd op smaak gebracht met dadels en honing, waardoor een zoetig brouwsel ontstond.

Wanneer het eerste bier is ontdekt weten we eigenlijk niet precies. Wat we wel zeker weten is dat er geschriften zijn gevonden van 4000 jaar voor Christus, waaruit blijkt dat er in die tijd al bier werd gebrouwen. Dat gebeurde in Mesopotamië, het huidige Irak.

Maar er zijn nieuwe ontwikkelingen! Onlangs beweerde de Stanford University dat ze zelfs een brouwerij van 13.000 jaar oud hebben gevonden op een begraafplaats, de Raqefet grot, in de buurt van Haifa, Israël. De studie van drie, 13.000 jaar oude stenen mortieren, biedt het vroegst bekende bewijs van het brouwen van bier.

De Sumeriërs. die in het zuiden van Mesopotamië woonden, hebben het schrift uitgevonden Dit schrift bestond voornamelijk uit symbolen en door dit schrift kon kennis worden vastgelegd en overgedragen. Sommige wetenschappers stellen zelfs dat het schrift is uitgevonden om de kennis van het brouwen van bier door te kunnen geven. In die tijd leefden de mensen als nomaden waarbij ze rondtrokken om op zoek te gaan naar voedsel. Mede door de uitvinding van bier, bleef men langer op dezelfde plek wonen en werden landbouwgronden ontgonnen om gerst te verbouwen. Er wordt zelfs beweerd dat de Agrarische Revolutie hierdoor is ontstaan.

Egypte

In de tijd van de Egyptenaren speelde bier een zeer belangrijke rol. Bier werd zelfs gebruikt als betaalmiddel! Het salaris van een Egyptenaar bestond in die tijd uit ongeveer 3,7 liter bier per dag.
Bier was niet alleen belangrijk als betaalmiddel maar had ook een belangrijke plaats binnen de Egyptische mythologie: het werd gebruikt als offerdrank.

In de Egyptische mythologie schiep de zonnegod Ra de mensheid. Naarmate Ra ouder werd, begonnen de mensen de goden steeds minder te eren. Ra was hier erg boos over en stuurde de bloeddorstige Hathor naar de aarde om de mensen te straffen. Na veel bloedvergieten kreeg Ra medelijden met de mensen en besloot een list om het straffen te stoppen. Hathor kreeg heel veel bier te drinken en werd de volgende dag wakker met een enorme kater. Zo erg zelfs, dat Hathor vergeten was waarom hij op aarde was. Het straffen was gestopt.

Bier was in die tijd zo’n belangrijk product dat er in verschillende graftombes bewijzen zijn gevonden waaruit blijkt dat er 1000 kruiken met bier mee het graf in gingen, om ervoor te zorgen dat de overledenen in het leven na de dood ook genoeg bier te drinken zouden hebben.

Wist je dat de Egyptenaren maar liefst 160 verschillende woorden hadden voor bier? Ramses de 2e was een farao die ook wel de farao brouwer werd genoemd. Hij  brouwde in die tijd 14 verschillende soorten bier die allemaal gedronken werden uit gouden kruiken om de goden gunstig te stemmen.

Grieken & Romeinen

Niet alleen ten tijde van de Egyptenaren was bier een belangrijk product maar ook zeker ten tijde van de Grieken en de Romeinen. De Grieken noemden het bier “Zythos” Daar komt de term zytholoog ook vandaan die de Belgen gebruiken om een bierkenner aan te duiden.

In de Romeinse tijd werd er voornamelijk wijn gedronken. Dit kwam omdat in het Romeinse klimaat druiven beter groeiden dan gerst. Het bier dat in die tijd werd gedronken werd met name gedronken door de armere mensen.

Wist je dat het Spaanse woord voor bier (cerveza) is afgeleid van de romeinse godin van de landbouw, genaamd Ceres?

Een bekend spreekwoord is bier na wijn geeft venijn en wijn na bier geeft plezier. Dit gezegde stamt uit de tijd van de Romeinen. Vaak wordt gedacht dat je wijn en bier niet door elkaar moet drinken in verband met de kater de volgende dag maar dit klopt niet. Wijn was in die tijd een kostbaar product en werd dus met name gedronken door de rijke mensen De arme mensen dronken bier omdat dit veel goedkoper was om te maken. Dronk je dus eerst wijn en ging je daar na bier drinken dan ging het dus financieel minder goed met je. Maar dronk je eerst bier en vervolgens wijn. dan ging het financieel beter met je.

De Germanen & Batavieren

De Batavieren, de Noormannen en de Kelten dronken ontzettend veel bier. De Kelten waren bekend met het brouwen en drinken van bier.

De Germanen daarentegen dronken een ander drankje genaamd “mede”, een gegiste drank op basis van honing. Zij namen echter steeds meer het biergebruik van de Kelten over.

De Middeleeuwen

In de Middeleeuwen dronken de mensen gemiddeld zo’n 300-500 liter bier per persoon per jaar. Ter vergelijking: Een Nederlander drinkt vandaag de dag tussen de 70 en 80 liter bier per persoon per jaar. Er was echter een goede reden waarom men voorheen veel meer bier dronk. In die tijd was het water namelijk verontreinigd, waardoor ziektes zoals de pest (de zwarte dood) door het water werden verspreid.

Bier was een veel veiliger alternatief dan het drinken van water. Het bier werd tijdens het brouwproces namelijk gekookt wat er, naast het vergistingsproces, voor zorgde dat de ziektekiemen doodgingen Zelfs kinderen dronken in die tijd bier omdat het gezonder was dan het drinken van het water. Dit bier had echter wel een laag alcoholpercentage.

Monniken & Abdijen

Na de Middeleeuwen namen de monniken het ambacht van brouwen over. Doordat de monniken konden lezen en schrijven waren zij in staat recepten van bier door te geven. De kloosters bezaten grote stukken land waar zij graan op konden verbouwen. Het brouwen van bier werd door de monniken tot een kunst verheven. Omdat bier steeds populairder werd gingen ook veel herbergen bierbrouwen. Het bier werd op smaak gebracht met een mengsel van kruiden zoals gagel, salie, laurier en rozemarijn. Dit kruidenmengsel werd gruit genoemd. Er werden overal verschillende kruiden gebruikt om op die manier verschillende soorten bieren te kunnen brouwen. Over dit gruit werd belasting geheven, het zogeheten gruitrecht. Dat is dus eigenlijk de voorloper van de accijnswet zoals wij die vandaag kennen. Hop werd steeds populairder, omdat men ontdekte dat door hop te gebruiken het bier lekkerder smaakte en je het bier beter kon bewaren. Door het gebruik van hop gingen steeds meer mensen bier brouwen en hierdoor steeg het aantal brouwerijen, ook in de Nederlandse steden.

Bieraccijns was in die tijd zo’n belangrijke inkomstenbron, dat de tachtigjarige oorlog voor een groot deel door bieraccijns is gefinancierd. In de 17e eeuw raakte de biercultuur in verval omdat steeds meer brouwers meerdere brouwsels uit dezelfde mout gingen halen, waardoor de kwaliteit van het bier steeds slechter werd. Daarnaast werden andere dranken, zoals jenever steeds populairder. Dit was een goedkoper alternatief omdat er minder accijns voor betaald hoefde te worden en bovendien had het een hoger alcoholpercentage.

Industriële Revolutie

De Industriële Revolutie betekende een ommekeer in de bierwereld. Door de uitvinding van de stoommachine konden brouwerijen steeds meer produceren en konden langere afstanden afgelegd worden om bier te transporteren. Daarnaast werd de kwaliteit van het bier steeds belangrijker.

Een baanbrekende ontdekking was de uitvinding van Louis Pasteur, een Franse scheikundige. Men was er mee bekend dat bier op een gegeven moment ging verzuren, waarna het al snel bedierf. Pasteur wilde ontdekken wat de oorzaak hiervan was en ontdekte dat bier een levend product was. Hij ontdekte dat door het bier te verhitten tussen de 70 en 80 graden de bacteriën en de gist, verantwoordelijk voor het snellere bederven van het bier, stierven Hierdoor kon de smaak van het bier beter behouden blijven. Dit proces wordt tegenwoordig pasteuriseren genoemd.

Pils

Het bier dat we vandaag de dag kennen als pils, werd in 1842 voor het eerst gebrouwen in het plaatsje Pilzen in Bohemen in Tsjechië. De naam van de oorspronkelijke brouwerij is Pilsener Urquell en deze brouwerij bestaat vandaag de dag nog steeds. Voor het brouwen van dit nieuwe type bier werd het bier vergist en gelagerd onder lage temperaturen.

In 1880 werd de koelmachine uitgevonden wat ervoor zorgde dat het brouwen van dit bier ook in de zomer mogelijk was. De brouwers hoefden niet langer in de winter staven ijs uit sloten, rivieren en meren te halen en op te slaan om ook in de zomer onder lage temperaturen te kunnen brouwen.
Hierdoor was het dus mogelijk het hele jaar door het nieuwe ondergistende bier te brouwen. Door de brouwerijen moest er veel geïnvesteerd worden om deze nieuwe manier van brouwen te verwezenlijken. Kleinere brouwerijen konden deze investeringen niet bolwerken waardoor grotere brouwerijen steeds groter werden.

Pils begon aan haar opmars en werd langzaam maar zeker ontzettend populair onder de bevolking.

1900 – nu

Eerste en Tweede Wereldoorlog

Brouwers hadden het tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar. De ingrediënten voor het brouwen waren schaars. Een bijkomend probleem was dat veel koperen brouwketels en de paarden in beslag werden genomen. Van het koper kon munitie gemaakt worden en dit was een van de redenen waardoor veel brouwerijen dicht gingen. De recessie van de jaren ’30 zorgde ervoor dat nog meer brouwerijen de
deuren moesten sluiten.

Na de Tweede Wereldoorlog lag de bierconsumptie op een dieptepunt.
Gemiddeld dronk een Nederlander in 1949 nog maar tien liter bier per jaar.

Het Centraal Brouwerij Kantoor (nu Nederlandse Brouwers) kwam in de jaren “50 met de campagne: ‘Het bier is weer best’. Deze campagne zorgde ervoor dat halverwege de jaren ’60 de bierconsumptie steeg naar ongeveer 40 liter per persoon per jaar. In de jaren “90 lag dit ongeveer op 90 liter. Inmiddels drinkt een Nederlander ongeveer 80 liter per persoon per jaar.

In de jaren ’80 worden de Belgische speciaalbieren steeds populairder en deze trend zette zich voort waarbij ook Nederlandse brouwers steeds meer speciaalbieren gingen brouwen.

Ter bevordering van de Nederlandse biercultuur werd vanuit een groep consumenten PINT opgericht. Daarnaast sloegen de horecabedrijven ook de handen ineen met als gevolg de oprichting van de Alliantie van Biertapperijen. Beide verenigingen bestaan vandaag de dag nog steeds.

Tegenwoordig zie je dat speciaalbier niet meer is weg te denken uit cafés en in de supermarkten. In de meeste steden in Nederland zijn zelfs meerdere brouwerijen te vinden. De consument krijgt steeds meer keuze en wordt ook steeds kritischer.

Inmiddels kent Nederland meer dan 370 brouwerijen dat zijn er zelfs meer dan in België.